In de dertiende aflevering spreekt Jethro Zevenbergen van het Genootschap der Vrienden (Quakers) over de gelijkenis tussen de thans geldende avondklok en de lege straten als gevolg daarvan, en Jeremia 33 vers 10 en 11, een tekst van de profeet Jeremia waarin hij eerst een zeer vergelijkbare situatie als de onze schetst, maar die dan toch laat volgen met woorden van hoop en perspectief.
In de Leidse vertaling is de tekst aldus: Zo zegt de Heer: In deze streek, waarvan gij zegt: Zij ligt woest, zonder mensen of vee – in Juda’s steden en Jeruzalems straten, die verwoest zijn, zonder mensen, zonder inwoners of vee, zal men wederom horen de tonen van blijdschap en vrolijkheid, de tonen van bruidegom en bruid, de tonen van hen die zeggen: Looft den Heer der heirscharen; want de Heer is goed; want eeuwig duurt zijn goedertierenheid!